Moe, voldaan, lekker gedoucht op de bank. Niet zo comfortabel als mijn eigen bank, maar het voldoet aan mijn behoefte om mijn benen hoog te leggen. De warme douche was een weldaad voor mijn benen, die net als blubbergel voelde toen ik, na het hardlopen, terugkeerde naar de bungalow. He t viel trouwens knap tegen om de heuvel op te lopen. Ik had het gevoel dat mijn longen niet breed genoeg waren om de nodige zuurstof binnen te halen. Na twintig minuten heuvel op, liep ik terug naar het bungalowpark, maar deze keer bergafwaarts. Ik had het gevoel alsof ik kon vliegen. Het voelde zo immens goed! Nostalgisch, want zoals ik nu rende, zo rende ik ook toen ik 18 was en nog maatje 38 had!!
Eenmaal terug vond ik niet alleen een warme beker thee, maar ook, jawel, een lekker stukje Limburgse vlaai. Ja, ja, ik beken..... hoewel ik nog geen 24 uur in Limburg ben, ben ik voor gaas gegaan. Een bakker, nog geen kilometer hier vandaan, verkoopt de echte, de enige echte Limburgse vlaai. Niet uit de fabriek, zoals wij ze in het Westen kennen. Neen, de zelfgemaakte, zelfgebakken ECHTE. Zoals ik al eerder schreef, ik neem eigenlijk nooit gebak, maar die 'enige echte' kan ik niet weerstaan.
Althans zo leek het... maar zojuist echter, nog met het laatste stukje op mijn schoteltje, probeerde ik mijn smaak te analyseren en ik kwam tot de ontdekking dat het niet eens de smaak is die ik niet kan weerstaan. Want wat proef je nu eigenlijk? Deeg, suiker en fruit (met een beetje geluk echt vers fruit). Als ik dan heel, heel eerlijk ben, dan kan ik een boterham met verse aardbeien nog meer waarderen dan een stukje vlaai. Neen, het is niet de smaak die mij van mijn padje brengt.Ik kom net tot de ontdekking dat het pure nostalgie is die mij in extase brengt.
Tot mijn tiende levensjaar heb ik gewoond en gespeeld in het zuidelijk gedeelte van Limburg. Gewoond vlakbij de mijnschacht, gespeeld in de speeltuin met Heintje Simons. (wie kent hem nog?) Elke belangrijke gebeurtenis in mijn leventje ging gepaard met vlaaien. Ik kan ze in gedachten nog steeds zien, die lange tafels, bedekt met mooie, smetteloos witte tafelkleden. En bovenop die tafels bevonden zich meerdere versierde vlaaien. Allemaal zelf gemaakt. Kersen-, abrikozen-, kruimel-, pruimen-, kruisbessen- of rijstevlaai. Gedurende het feest was het gebruikelijk om van elke vlaai te proeven. Heel ongebruikelijk voor de westerling, maar voor ons, zuiderling heel gewoon. Niet alleen als er gefeest werd stonden de vlaaien op tafel, maar ook na een begrafenis, tijdens de koffietafel. (Wel iets anders dan kleffe cake!). Ieder hoera en ieder vaarwel werd gevierd met een of meer stukjes Limburgse vlaai.......... Zo ben ik groot gebracht. Al paste mijn moeder zich wel aan, aan de Brabantse zuinigheid, nadat wij verhuisd zijn. Dus op feestjes, geen twee of drie stukken Limburgse vlaai, maar slechts een bescheiden puntje. En op den duur verdween de Limburgse vlaai en kwamen er andere taarten of cake voor in de plaats.
Nostalgie dus... met deze wetenschap heb ik mogelijk mijn laatste stukje Limburgse vlaai gegeten. Want zoals ik al zei, is het nou ECHT zo onweerstaanbaar lekker? Misschien wel niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten