Ze hebben jaren bij mij ingewoond, de familie P. Een voor een kwamen ze binnen.. eerst papa en mama P. en twee van hun kindertjes. Geleidelijk aan volgden zijn broer en zus, daarna opa en oma, neefjes, nichtjes.... het kon niet op! Het gebeurde ongevraagd. Het gebeurde zonder dat ik er eigenlijk erg in had. Het kon gebeuren, want ik lette niet op.
Met familie P. voelde ik me nooit alleen. Een troost bij verdriet, een hoop gezelligheid. En onbewust heb ik hen het gevoel geven dat zij mij horen. Ik heb ze verwelkomd met een vanzelfsprekendheid.
Op een zekere morgen werd ik wakker en realiseerde me dat familie P. mijn huis inmiddels met een kleine 90 man mijn huis bezette en daar werd ik toch wel wat onrustig van. Wat een drukte.... ik kon me nauwelijks nog bewegen in mijn eigen huis. Het benauwde me, mijn hart ging er sneller van slaan en meer en meer werd ik beperkt in mijn doen en laten. En ging ik ergens naar toe, dan ging de familie P. gewoon mee.
In veel gevallen werd de familie P. niet geaccepteerd. Men liet mij op verschillende manieren weten dat de familie P. niet bij mij hoorde. "Je was vroeger anders..", is een geluid dat ik van intieme vriendinnen te horen kreeg. "Zet ze het huis uit", het advies dat ik uiteindelijk mee naar huis nam.
En zo brak de dag aan dat ik de familie P. gevraagd heb uit mijn huis te vertrekken. Het kon zo toch niet langer. Ik heb mijn stoute schoenen aangetrokken en ben naar papa P. gegaan. Tactvol maar wel heel duidelijk heb ik hem bedankt voor de fijne tijd die we gehad hebben. Zijn familie heeft mij in al die jaren beschermd en door hen heb ik me veilig gevoeld. En wees eerlijk, door hen aanwezigheid heb ik menig uur op de bank kunnen doorbrengen, zonder gehinderd te worden door het mens op mijn bovenkamer, die altijd maar zeurt dat ik wat moet doen aan deze situatie.
Papa P. begreep wat ik hem vroeg en heeft mij toegezegd het pand met zijn familie te verlaten. Echter dat kon niet van vandaag op morgen, want waar berg je 90 man? We hebben een deal gemaakt. Dat ze weg moeten uit mijn huis, dat staat vast, geen twijfel meer over mogelijk. De tijd die zij nodig hebben om te verhuizen, dat hebben we in het midden gelaten.
Papa P. heeft er geen gras over laten groeien.Hij heeft de daad bij zijn woord gevoegd en ik zie ze een voor een vertrekken. Het gaat niet snel, maar beetje bij beetje zie ik dat er weer wat ruimte ontstaat in mijn huis. Vanochtend struikelde ik haast over de grote hutkoffer in de gang. Zus P. met haar man en hun twee kinderen namen afscheid en welgeteld heb ik in de afgelopen negen weken afscheid genomen van inmiddels 16 familieleden.
Zus P. stelde mij de vraag of ze terug mochten komen. Ik ben heel eerlijk naar haar geweest en heb haar verteld dat dit afscheid voor altijd was en dat ik liever niet had dat ze nog terug zouden komen. Ze begreep me en voordat ze me zoende op mijn wang fluisterde ze in mijn oor: 'Pas wel op, want de familie Pondje is er erg groot. Ze komen overal en nergens vandaan. En onthoud... elk Pondje kwam door het mondje.Je bent de kapitein van je eigen schip... dus als je niet meer wilt dat de Pondjes komen aanwaaien, weet dan wat je te doen staat'. En dat heeft ze niet tegen dovemansoren gezegd.
Ik sloot de deur en keek tevreden naar de nieuwe ruimte in mijn huis. Het bevalt me zo goed...
Nu maar hopen dat de rest van de Pondjes niet te lang meer willen blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten