Er is nogal wat bedrijvigheid in ons hofje. Ik zie buren thuis komen van hun Hemelvaartvakantie. Koffers worden uit de auto gehaald en tenten worden op het grasveld te drogen gelegd. Een andere buurman heeft vanochtend zijn caravan opgehaald en op dit moment is hij driftig aan de slag met sop en schrobber. Ieder jaar, rond deze tijd is het voor hen het moment op een paar weken te toeren door Europa.
Herinneringen schieten in mijn hoofd. John en ik kiezen tegenwoordig veelal hotels of appartementen om op vakantie te gaan. Kamperen was erg leuk, maar in de loop der jaren zijn we iets of wat verwend geraakt en heeft een stevig bed en een droog onderkomen bij regen onze voorkeur.
Echter de fun van het kamperen ben ik niet vergeten. Kamperen is mij 'bijgebracht' door mijn ouders. Mijn vader die heel lang riep: 'We gaan dit jaar niet op vakantie, we kunnen het ons deze keer niet veroorloven'. (Ik kom uit een gezin van vijf kinderen) en dan plots op een zonnige dag kon zeggen: 'Jongens, pak je spullen, morgenvroeg om 05.00 uur vertrekken we'. Nooit wisten we waar we naar toe gingen. Mijn vader ging de zon achterna; dat was zijn favoriete uitspraak.
Echter, met meerdere personen op de achterbank van een tweedeurs Opel Kadett, daar werd je niet echt vrolijk van. En een voor een stelden we de vraag 'Hoe lang moeten we nog?' of 'Zijn we er al?'. Maar je begrijpt het zeker al wel. Die vraag kon nooit beantwoord worden, want een reis zonder vastgesteld einddoel is tijdloos. Mijn vader was echter creatief en als hij merkte dat de reis te lang werd voor ons, nog voor het moment dat we zo sjagrijnig werden dat we bijna wilden afhaken, vond hij onderweg altijd wel een plek, die interessant was en anders maakte hij het wel interessant. Als jonge kinderen zorgde hij onderwerg dat wij konden rennen en ons uitleven om vervolgens moe in de auto te stappen, waar we prompt in slaap vielen tot we op een plaats van bestemming kwamen. Daar zetten we de tent op en na een dag of wat werd opnieuw bekeken of we wilden blijven of niet.
Het gekke is, dat als ik terugkijk op deze vakanties, dat ik tot de ontdekking kom dat ik van de reis veel meer herinneringen heb en veel meer geleerd heb en misschien wel veel meer plezier had dan op de uiteindelijk gearriveerde plek.
Vijf weken geleden ben ik zelf een reis begonnen. In eerste instantie had ik niet echt een eindbestemming in gedachten. Mijn visie was 'als ik maar weer onder de 100 kg kom'. Dat vond ik achteraf niet zo heel slim. Ik heb mijn doel bijgesteld. Ik heb er voor gekozen om 80 kg als mijn eindbestemming te kiezen, zodat ik weet waar ik naar toe wil.
In de eerste weken was ik erg enthousiast. Mijn koffers waren gepakt en ik ging er voor. En ondanks dat ik nu vijf weken onderweg ben en ik bijna 5 kg mag aftrekken van mijn startgewicht, begint de vraag 'Hoe lang nog?' of 'Wanneer zal ik eindelijk arriveren?' . Deze week werd ik sjagrijnig omdat het veel te lang duurt en ik moet nog zo lang. (Er moet nog 40 kg af!). Ik besefte vandaag dat ik dreig te vergeten om ook van deze reis te genieten. Ik moet af en toe even stil staan bij het feit dat ik in de afgelopen vijf weken zoveel nieuwe kennis opgedaan heb. Vreugde voelde toen ik merkte dat mijn broeken niet meer zo super strak zaten. En dat ik zoveel creatiever geworden ben met gezond en lekker eten.
Genieten, dat is dus het sleutelwoord. Genieten van mijn kleine succesjes . Uiteindelijk maakt het niet uit hoe lang ik er over zal doen; het is niet de bestemming, maar de reis ernaar toe is wat telt! *
* Uitspraak van een zen-meester
Geen opmerkingen:
Een reactie posten